R.K.V.V. De Leeuw

De Leeuw Spreekt – “Hoe is het met…”

- Piet Willems.

Beste (oud-)leden, vrijwilligers, supporters en vrienden van R.K.V.V. De Leeuw!

In onze rubriek De Leeuw Spreekt gaan we in gesprek met mensen die ooit of nog steeds deel uitmaken van onze club. 

Voor onze vierde editie schuift Piet Willems aan. We blikken terug op zijn tijd bij De Leeuw, horen mooie anekdotes én ontdekken hoe het nu met hem gaat.

Algemene achtergrond
Piet woont samen met zijn partner Gretha Pin in het centrum van Brunssum. Hij is inmiddels al vele jaren met pensioen. Hoewel zijn gezondheid hem tegenwoordig beperkt, blijft Piet niet stilzitten. Hij is nog altijd actief als vrijwilliger bij Huize Louise, waar hij zich met veel inzet blijft inzetten voor anderen.

Betrokkenheid bij R.K.V.V. De Leeuw
Piet sloot zich in 1952 aan bij de B-jeugd van R.K.V.V. De Leeuw. Daarna doorliep hij de A-jeugd en maakte vervolgens de stap naar de senioren, waar hij debuteerde in het eerste elftal onder trainer Jacob Pin. Hij speelde bij de senioren voornamelijk in het eerste elftal, tot een blessure een vroegtijdig einde maakte aan zijn actieve voetbalcarrière.

Zijn favoriete trainer uit die periode was Frans Budziak, onder wie Piet veel leerde op het gebied van techniek en teamspel.

Tijdens een thuiswedstrijd tegen Grachter Boys op 13 september 1963 liep Piet een zware blessure op die hem langdurig aan de kant hield — een herstelperiode van maar liefst drie maanden. In datzelfde jaar werd het eerste elftal kampioen onder trainer Ed Belski, een sportief hoogtepunt binnen de clubgeschiedenis. Eerder, aan het eind van de jaren vijftig, maakte Piet onder trainer Jacob Pin ook een degradatie mee naar de toenmalige Afdeling Limburg — een bittere ervaring die hem als jonge speler nog lang is bijgebleven.

In 1966 probeerde Piet het nog even in het tweede elftal, en later zelfs kortstondig opnieuw in het eerste. Zijn laatste wedstrijd speelde hij in de winter, wederom tegen Grachter Boys. Na één helft moest hij afhaken — het was klaar. De blessure liet hem niet meer los; voetballen zonder pijn bleek niet meer mogelijk, waardoor hij zijn actieve loopbaan definitief moest beëindigen.

Door diezelfde blessure werd Piet later arbeidsongeschikt verklaard bij zijn werkgever. Hij besloot zich volledig te richten op het gezin: hij werd huisvader en zorgde met toewijding voor zijn twee zonen en het huishouden, terwijl zijn toenmalige vrouw Tilly ’s ochtends enkele uren werkte om wat extra inkomen voor het gezin te verdienen.

Toch bleef Piet nauw betrokken bij de club. De toenmalige voorzitter Math Boels vroeg hem of hij er niet voor voelde om als bestuurslid actief te worden. Piet stemde toe en werd benoemd tot tweede secretaris, achter eerste secretaris Jan den Dekker. In de beginjaren zeventig nam hij geleidelijk veel van de administratieve taken van Jan over, terwijl Jan de contacten met de KNVB bleef onderhouden. Toen Jan in 1974 zijn taken neerlegde, nam Piet het stokje volledig over als eerste secretaris van R.K.V.V. De Leeuw — een functie die hij met grote inzet, precisie en trouw vervulde. Hij bleef deze rol bekleden tot 1994, waarmee hij ruim twintig jaar lang een stabiele en betrouwbare kracht binnen het bestuur vormde.

Mensen & herinneringen
Door zijn lichamelijke beperkingen komt Piet tegenwoordig niet meer op het sportpark. Toch blijven de banden met zijn oude club niet helemaal verbroken. Zo ziet hij af en toe nog enkele oud-spelers, onder wie Wiel Smaniotto en Ties Janssen — namen die onlosmakelijk verbonden zijn met de jaren waarin hij zelf actief was.

De meeste lol had Piet met de kaartclub. Iedere zondagochtend werd er fanatiek gekaart om de eer én een beetje geld, en aan het eind van elk seizoen werd een kaartkampioen uitgeroepen. Sinds enkele jaren bestaat de kaartclub helaas niet meer, iets wat Piet nog altijd erg jammer vindt. Hij denkt met veel plezier terug aan die tijd, waarin niet alleen het kaarten centraal stond, maar ook de gezelligheid, kameraadschap en het carnaval dat eruit voortkwam. Uit de kaartclub werd jaarlijks een carnavalsprins gekozen — en in 1979 was het Piet zelf die die eer te beurt viel. Het was een onvergetelijke periode vol saamhorigheid en humor, die hij zelfs omschrijft als ‘mooier dan zijn spelerstijd’.

Daarnaast heeft Piet groot respect voor de vele jeugdleiders die zich met hart en ziel inzetten voor de vereniging. Hun betrokkenheid bij de ontwikkeling van jonge spelers en hun blijvende inzet voor de club en de gemeenschap maken diepe indruk op hem. Voor Piet vormen juist die vrijwilligers de ware kracht van R.K.V.V. De Leeuw.

De club van nu
Hoewel Piet door zijn gezondheid niet vaak meer op het sportpark komt, volgt hij de club nog altijd met belangstelling. Hij waardeert het dat R.K.V.V. De Leeuw oog blijft houden voor haar rijke verleden en de mensen die de vereniging groot hebben gemaakt.

Zijn boodschap aan de huidige generatie is helder en oprecht: “Blijf de oudere generatie waarderen — het zijn mensen met verhalen en betekenis, geen namen op papier.”

Piet vindt het bovendien erg mooi dat dit initiatief met de rubriek ‘Hoe is het met…’ in het leven is geroepen. Hij ziet het als een warme manier om oude bekenden weer even in beeld te brengen en de verbondenheid binnen de Leeuwengemeenschap levend te houden.

Opmerkelijk is dat Piet inmiddels — na Zef Govers — het oudste nog levende lid van R.K.V.V. De Leeuw is. In oktober is hij 73 jaar lid van de vereniging, een zeldzaam lange band die symbool staat voor zijn trouw en liefde voor de club.

Persoonlijk tintje / anekdote
Eén van de verhalen waar Piet nog steeds met een brede glimlach aan terugdenkt, speelde zich af in een seizoen waarin De Leeuw in degradatiegevaar verkeerde. De selectie kampte met blessures en had amper voldoende spelers om aan te treden voor een belangrijke wedstrijd.

Piet had destijds goed contact met de toenmalige consul Wiel Janssen, die verantwoordelijk was voor de keuring van de velden. Met een knipoog belde Piet hem op: ‘Wiel, je moet die

wedstrijd eruitgooien, we hebben te weinig man.’ Waarop Wiel lachend antwoordde: ‘Dan moet het veld wel harstikke zeiknat zijn.’

En zo geschiedde. In de nacht voorafgaand aan de wedstrijd werd met tuinslangen het hele speelveld zorgvuldig onder water gezet. De volgende ochtend was het veld drassig en glibberig, precies zoals Wiel had gezegd. Toen hij kwam keuren, besloot hij de wedstrijd af te gelasten.

De hoofdkonsul vertrouwde de situatie echter niet en kwam persoonlijk poolshoogte nemen. Tot zijn verbazing was het hoofdveld kletsnat, terwijl de omgeving eromheen kurkdroog was. Hij begreep er niets van, stapte het veld op — en gleed prompt uit, plat op de grond.

Op zijn vraag hoe dat mogelijk was, antwoordde Wiel droogjes: ‘Tja, ik heb het zelf gezien vannacht. Er was een noodweer precies boven het hoofdveld.’

De wedstrijd werd officieel afgelast, tot grote opluchting van iedereen bij De Leeuw — een klein staaltje van vindingrijkheid en clubhumor dat nog jaren onderwerp van vrolijke gesprekken bleef.

1963 – Piet is de derde van rechts bovenste rij

1980- Piet als bestuurder aan de receptie tafel derde van links

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Jeugdfoto van Piet , 2de van rechts.